Cavia's fokken
Om plezier van uw cavia te hebben, is het niet beslist noodzakelijk om ermee te
fokken. Het fokken voegt echter wel een leuk element toe aan de liefhebberij. Cavia's zijn al op zeer jonge leeftijd geslachtsrijp.
De mannetjescavia wordt beer genoemd, het vrouwtje zeugje. Het geslachtsonderscheid
is op jonge leeftijd wat moeilijker te zien dan op latere leeftijd en vraagt enige ervaring.
Zie hieronder het geslacht van een beertje en van een zeugje.
Het goed kunnen zien van de verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes vraagt enige ervaring.
Soms kan een ervaren caviafokker u daarbij helpen. Sommige beertjes zijn al heel jong geslachtsrijp, veel jonger dan dat bij
zeugjes het geval is. Het is daarom raadzaam de zeugjes en de beertjes op een leeftijd van uiterlijk vier weken van elkaar
te scheiden. Jonge beertjes kunnen als ze ongeveer drie maanden oud zijn voor de fokkerij worden ingezet. Bij zeugjes ligt
de geslachtsrijpe leeftijd op ongeveer acht tot tien weken. Als een zeugje geslachtsrijp is, betekent dat nog niet dat ze
kan worden gedekt. Ze is daarvoor nog te jong en te weinig uitgegroeid. De ervaring heeft geleerd dat de beste leeftijd voor
dekking van een zeugje ongeveer vijf maanden is. Als de eerste dekking veel later dan op deze leeftijd plaatsvindt, raakt
het zeugje moeilijker zwanger en ontstaan problemen rondom de geboorte en opfok; de bevalling is dan vaak zwaarder, terwijl
er soms ook minder melk voor de jongen wordt geproduceerd. De cavia is om de zeventien tot achttien dagen in haar dekbare
periode. Haar gedrag tegenover beertjes is dan duidelijk herkenbaar. Het beste moment om te dekken duurt slechts enkele uren
en is niet zo eenvoudig te bepalen. Tijdens de dekbare periode breekt het vlies dat de vagina afsluit, waardoor dekking mogelijk
is. Buiten die periode sluit de opening zich weer tot de volgende periode. De opening sluit ook na een geslaagde dekking.
Dekkingen zijn overigens zelden te zien, omdat er een uitvoerige veroveringsceremonie aan vooraf gaat en omdat cavia's nogal
preuts zijn. Tijdens de dracht, vooral in de tweede helft ervan, neemt de voedselbehoefte toe. Het zeugje heeft in die periode
ook duidelijk meer behoefte aan vitamine C. De basisvoeding moet dan hoofdzakelijk bestaan uit compleet caviavoer.
De draagtijd is lang; gemiddeld 66 tot 72 dagen, afhankelijk van onder meer leeftijd,
conditie en voeding. In het wild krijgen cavia's hun jongen in een soort leger van gras, net als bij hzaen het geval is. In
gevangenschap kunnen ze spontaan in een groep bevallen. Toch is het beter om een zeugje aan het eind van de draagtijd apart
te houden in een hok dat ruim gestoffeerd is met goed hooi. Meestal duurt een normale bevalling niet langer dan twintig tot
dertig minuten. Gemiddeld krijgen cavia's t wee tot drie jongen, die kort na elkaar geboren worden. Een nest met meer jongen
is mogelijk en hoeft geen problemen te geven. Bij de geboorte wegen de jongen ongeveer 80 tot 120 gram. Hoewel het zeugje
slechts twee tepels heeft is de melkproductie zodanig dat ze vier of zelf vijf jongen kan voeden. Het is beter het beertje
niet bij het zeugje te laten zitten omdat ze dan weer vlug zwanger kan worden, maar als je wilt dat het zeugje weer zwanger
wordt mag je de beer erbij laten zitten.
Hoewel de jongen tot circa vier weken na de geboorte bij de moeder blijven drinken, gaan ze
al na enkele dagen op zoek naar vast voedsel. Op een leeftijd van ongeveer 25 dagen kunnen ze zelfstandig eten. Zeugjes kunnen
als ze ongeveer vijf of zes weken oud zijn bij de moeder worden weggehaald. Wanneer u dat eerder doet, zal de overgang voor
hen te groot zijn. We raden wel aan om beertjes die vier weken oud zijn, bij zeugjes we te houden, omdat sommige dan al kunnen
dekken en ongewenste zwangerschappen daardoor niet uit te sluiten zijn.
|